De leiders van de zestien eurolanden hebben dat vrijdag tijdens een top in
Brussel afgesproken. Door een duidelijk signaal af te geven dat ze er alles
aan willen doen de euro te stabiliseren, proberen ze nieuwe paniek op de
financiële markten te voorkomen. De afgelopen week kelderden de beurzen door
vrees dat na Griekenland ook Spanje en Portugal hun schulden niet meer
kunnen betalen. Ook de euro verloor flink aan waarde.
De eurolanden sprongen Griekenland met 80 miljard bij, maar daarvoor waren wel
vele weken van overleg nodig. Een ‘permanent crisismechanisme’ moet er
voortaan voor zorgen dat er zo nodig onmiddellijk hulp kan worden geboden.
De regeringsleiders, onder wie demissionair premier Jan Peter Balkenende,
wilden vrijdagnacht niet vertellen hoe hun plan eruit ziet, maar volgens
ingewijden wordt gedacht aan leningen die de Europese Commissie aan
eurolanden in nood gaat verstrekken. De commissie leent dat geld eerst zelf
tegen een gunstige rente op de kapitaalmarkt. Ze doet dat op dit moment al
voor landen die de euro nog niet hanteren, maar binnen de eurozone is deze
vorm van steun niet toegestaan.
Regels buigen
Om daar een mouw aan te passen zou de Europese Commissie gebruik willen maken
van een artikel uit het EU-verdrag over de hulp aan landen die door
natuurrampen of andere catastrofes worden getroffen.
Het is onduidelijk hoeveel geld de Europese Commissie zou kunnen vrijmaken
voor noodhulp. In het geruchtencircuit in Brussel circuleren bedragen van 60
tot 70 miljard euro, maar dat lijkt veel te weinig om Spanje of Portugal uit
de brand te helpen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl